Grey nomads, zielige koeien en de kleinste vis ooit #20

We verlaten ons mooie plekje tussen de bergen. We moeten het dal weer uit zien te komen en de enige optie is tientallen kilometers over smalle (unsealed) bergpaadjes. De kilometers kruipen voorbij. Wanneer we eindelijk op een normale verharde weg rijden stopt de muziek opeens. Jopie zet de camper zo goed als stil en begint te rommelen. Hij mist daardoor even dat er recht voor de auto een enorme slang op de weg ligt. Daarmee ben ik weer gepromoveerd tot tourguide :D. Nadat we de slang uitgebreid bestudeerd hebben gaan we weer op weg. Na een paar uurtjes rijden komen we aan het einde van de ochtend aan in het stadje Armidale. We stoppen bij een tankstation om te tanken. Ik loop naar binnen om te betalen en weet niet wat me overkomt. Nu ben ik hier inmiddels wel gewend aan lichtelijk bijzondere begroetingen (ook als vrouw word er vaak 'eeey mate!' tegen je gezegd, maar dit slaat alles. Achter de balie staat een mega enthousiaste, hyperactieve (en een beetje geflipte) Indiër. 'Yooooo miss, how are you todaaaaaaay??' Ik vertel hem dat het prima met me gaat en vraag hoe het met hem gaat. Het lijkt alsof hem dat zelden overkomt, hij is compleet door de dolle heen. Wanneer ik wil betalen doet hij nog een leuke poging tot upselling; of ik er nog wat snoepjes bij wil. Nee. Zeker weten??? Een tijdschrift dan? Maar ik weet zeker dat ik verder niets meer wil en betaal. Met veel bombarie telt hij de briefjes en muntjes na waarbij hij na elk briefje/muntje een soort dansachtig iets doet. Wanneer ik eindelijk weer in de auto zit zien we buiten zakken met brandhout staan (als die man dat nou net even had aangeboden ipv snoepjes of tijdschriften). Deze keer stuur ik Jopie naar binnen ;)

slang3.jpg

Op de camping zoeken we snel een plekje uit en rijden dan meteen door naar een winkel die wat visspullen verkoopt. Het zal mij niet nog eens overkomen dat ik op een mooie visplek sta zonder aas, tijd dus om wat inkopen te doen. We kopen wat nepwormen en gaan daarna naar een ander winkeltje voor wat echte wormen. Ook kopen we een schep zodat we wat dieper in de grond kunnen graven. Jopie vraagt in de winkel (met plavuizen vloer) of hij de schep even mag uitproberen voor hij hem koopt. Ik ben blij dat ik buiten ben blijven staan en dat de dame achter de toonbank niet kan zien dat ik bij hem hoor. Ze kijkt hem even vreemd aan en zegt dan met een stalen blik heel stoer ‘ofcourse’. Zonder hem uit te proberen koopt Jopie hem toch maar. We rijden terug naar de camping. Wanneer we daar aankomen zien we dat we buren hebben gekregen. De plekken zijn redelijk ruim maar zij hebben hun caravan aardig strak langs onze plek geparkeerd. Daar zijn we al niet heel blij mee, maar voor 1 nachtje maakt het natuurlijk niet zo veel uit. We parkeren de camper en beginnen in opdracht van Jopie aan een grote schoonmaak (joepie, ik heb een man gevonden die in sommige opzichten daadwerkelijk op mn vader lijkt). We doen de was, zetten het hele campertje op de kop, soppen hem uit en laten alles even luchten. Terwijl we daar mee bezig zijn komen onze buurtjes aangereden met hun auto. De buurvrouw stapt uit en de buurman parkeert de auto. Hij rijdt nog net niet over ons heen, maar zet de auto wel volledig op onze plek neer (zodat we onze tafel en stoelen niet meer kwijt kunnen buiten). We staan een beetje verbaasd te kijken naar wat er gebeurt en dat heeft de buurvrouw door. Ze schreeuwt naar haar man en laat hem de auto ergens anders neer zetten. Gelukkig.

 Ter compensatie van alle vissenmoord stel ik voor om een avondje vegetarisch te eten. Pitabroodjes met daarop salade, gestoofde pompoen en falafel met aïoli; een receptje van Marloes wat ik zelf echt lekker vind. Ik vroeg me af of we alle ingrediënten hier wel konden kopen, maar na een tijd speuren in de supermarkt hebben we alles gevonden. De pitabroodjes zijn wel vervangen door wrapjes aangezien de pitabroodjes hier dik 5(!) dollar kosten voor een verpakking met 4 kleine broodjes. In Nederland koop ik vaak de voorgesneden blokjes pompoen (ja ik weet het, een beetje lui maar wel heel makkelijk). Hier hadden ze dat niet en dus moet ik een pompoen afslachten. Ik begin er vol goede moed aan maar het wordt een moeilijke strijd. Het ding is groot en keihard en de messen die wij hebben zijn hier niet voor gemaakt. De buren zullen zich inmiddels wel afvragen wat wij in de camper aan het doen zijn aangezien het klinkt alsof we de hele camper aan het kort en klein slaan. Jopie maakt gelukkig het laatste stukje voor me af en ik begin te koken. Het duurt een eeuwigheid voor de pompoen gaar is dus we eten laat vandaag. Gelukkig smaakt het goed (vind ik in ieder geval ).

Het slachtoffer..

pompoentje.jpg

 Voor de volgende dag hebben we weer een leuke gratis camping uitgezocht. Het is een eind rijden met als laatste een vrij lang stuk over een unsealed road die niet zo heel goed moet zijn. We twijfelen een beetje of we daar wel heen moeten gaan, maar besluiten het in ieder geval te proberen. Wanneer we aankomen bij de afslag naar de onverharde weg ziet Jopie nog net een bordje staan waarop staat dat de camping gesloten is. Die moeite kunnen we onszelf dus besparen. We zijn een beetje teleurgesteld en weten niet zo goed waar we nu heen moeten. We pakken de kaart er bij en zoeken in de app campermate naar een andere camping. We vinden er 1 die ook gratis is en aan een riviertje ligt, dat is alleen nog wel een flink eindje rijden.

 Aan het einde van de dag komen we ongeveer op de plek aan waar de camping zou moeten zitten. Ik zie een bord staan waarop staat dat kamperen hier verboden is en de moed zakt me in de schoenen. Jopie rijdt een brug over naar de andere kant van de rivier en dan zien we dat de camping daar zit. Het woord ‘camping’ is een beetje overdreven want hier zijn helemaal geen voorzieningen. Zelfs geen toilet. Gelukkig hebben we sinds gisteren wel een schep ;) De plekken zitten langs de rivier op een strook die met hoogwater onder water staat. We rijden de rivierbedding op en passeren een aantal caravans. Het pad wordt wel erg hobbelig dus we laten de camper staan en lopen verder op zoek naar een mooi plekje. Wanneer we deze gevonden hebben halen we het campertje op. 

campingplek_1.jpg

 We zetten buiten onze spulletjes neer (tafeltje, bbq en wat lampjes die moeten opladen in de zon) en gaan zelf met onze visspullen aan het water zitten. Blij dat we niet meer op het plekje met de schildpadden zitten gooi ik m’n hengel uit. Het duurt niet lang voor ik beet heb; een schildpad. Helemaal chagrijnig dat ze hier ook zitten haal ik het beestje voorzichtig binnen. Net voor de kant laat hij los, gelukkig. Een tijdje later vangt Jopie een dikke paling. Deze keer zijn we goed voorbereid. In Armidale hebben we alvast een receptje opgezocht en inkopen gedaan. Als we nu weer paling vangen kunnen we deze klaarmaken. Deze is alleen veel te dik en laten we weer los. Wanneer we een tijdje aan het vissen zijn komen er wat koeien aan die om de camper heen scharrelen. Ze zijn flink nieuwsgierig en een van hen begint tegen het tafeltje aan te duwen en in het tafelkleedje te happen. Ik loop er heen omdat ik het tafeltje bij de camper weg wil halen (schade aan de camper moeten we zelf betalen) maar wanneer ik dichter in de buurt kom bedenk ik me. De koe blijkt een uit de kluiten gewassen stier te zijn en hij is niet echt bang voor me. Ik sta een beetje te twijfelen maar vind de stier toch een maatje te groot en laat hem z’n gang gaan. Ik loop terug naar het riviertje en zie dan de buurvrouw een beetje om me moet lachen. Het duurt niet lang voor ze naar ons toe komt lopen om kennis te maken met ons. Ze legt uit dat zij bij de ‘grey nomads’ horen. Oudere mensen die hun huis hebben ingeruild voor een caravan en daarmee door het land reizen. Ze slapen zoveel mogelijk op gratis plekken en werken zo nu en dan (bijvoorbeeld tijdens het oogstseizoen) om rond te kunnen komen. In de wintermaanden trekken deze ‘grey nomads’ massaal naar het noordoosten om aan de kou te ontkomen. Een mooi leven. Terwijl ze met ons staat te kletsen liggen de hengels nog in het water en ik ben een beetje bang dat ik er een schildpad aan krijg. Ik houd m’n aas goed in de gaten (het water is gelukkig vrij helder) en elke keer dat ik een schildpad zie haal ik een stukje in. De buurvrouw gaat weg en wij gaan verder met vissen.

koeienbijcamper.jpg

Dan komt er een koe op ons afgelopen. Het is nog een kleintje en wanneer ik haar op de foto wil zetten zie ik dat de huid onder haar ogen kapot is. Ik kijk eens goed naar de rest van de koeien en zie dat ze dat bijna allemaal hebben, alsof ze een vleesetende bacterie hebben. 2 van de koeien hebben ook open plekken op andere plekken aan hun lijf. Wanneer ik ze even in de gaten houd zie ik dat dat precies de plekken zijn waar ze met hun ogen langsheen wrijven. Ik ben een beetje bang dat ze iets heel besmettelijks hebben en weet niet zo goed wat ik er mee aan moet. Wanneer ik even later de buurvrouw weer spreek zegt ze dat er aan de overkant ook een dode koe in het water ligt. De boer had deze afgeschoten. Ze wist niet of hij dat gedaan had omdat ze ziek was of omdat ze vast zat in draad en gewond was. In ieder geval goed om te weten dat de boer hier zo nu en dan wel komt en dus vast ook wel weet dat de koeien open plekjes hebben, maar echt gerustgesteld ben ik niet.

koetje2.jpg

Die avond vangen we meerdere palingen. Twee van de palingen die ik vang hebben de perfecte maat om op te eten. Helaas kunnen we ze hier niet roken, dus moeten we ze op een andere manier klaar maken. We hebben in Armidale een receptje opgezocht en ook alvast de inkopen gedaan. We leggen ze om en stoppen ze in de koelkast. Alhoewel wij zeker weten dat ze heel erg dood zijn, denken de palinglijfjes daar anders over. Ze breken de hele koelkast af alsof ze van plan zijn te ontsnappen. Dat feest gaat natuurlijk niet door. Wanneer we zijn uitgevist slachten we ze. Zelfs wanneer ze in kleine stukjes gesneden zijn bewegen ze nog. We maken ze klaar in een witte wijn saus. Roeren en draaien hoeft vandaag niet, dat doen ze zelf wel. Het is een eitje dat koken vandaag.  Alhoewel het allemaal goed gelukt was is gebakken paling niet helemaal favoriet. De volgende keer toch maar een rookoventje meenemen op reis dus!

Na 2 nachtjes op dit plekje is het tijd om verder te gaan. We moeten namelijk op tijd in Cairns aankomen om de camper weer in te leveren. Om een beetje op schema te blijven moeten we ongeveer 600 km per week rijden. Aangezien we een paar detours gemaakt hebben, moeten we nu even kilometers maken. We volgen de kustlijn en rijden naar Byron Bay, een echt surfersstadje. We zoeken een goedkope camping uit buiten het stadje omdat deze camping een goede visplek moet hebben. De camping zit bij een groot sportveld en leek goede faciliteiten te hebben. Daar aangekomen is de camping niet helemaal wat we gehoopt hadden. Het toiletgebouw ligt op 10 minuten lopen van ons plekje (over een enorm modderig, kleiachtig pad) en verder zijn er geen voorzieningen. On top of all; alcohol is ten strengste verboden op dit terrein en zou vooraf weggegooid moeten worden. Ja daaag… We hadden eigenlijk wifi nodig en moeten de was doen. Maar goed, dat slaan we dan maar even over. In Byron Bay moeten we wat inkopen doen om onze koelkast aan te vullen. Wanneer we dat gedaan hebben zoeken we een laundromat op voor de was. De prijzen zijn hier echter zoooo hoog dat we de was maar overslaan. Liever als stinkers door het leven gaan dan 20 dollar betalen voor 1 klein wasje (die je dan dus nog zelf moet doen en waar je 2 uur bij kan gaan zitten omdat anders iemand je was jat). Het laatste wat we vandaag moeten doen is breaklights kopen voor op de hengel. Dat zijn kleine lichtstaafjes die je op de top van de hengel kan bevestigen zodat je in het donker kunt zien of je beet hebt. We rijden 6 rondjes door het stadje maar kunnen geen hengelsportzaakje vinden. Wat we wel zien zijn backpackers die blijkbaar allemaal failliet zijn en in hun auto slapen? Scheren en douchen is dan blijkbaar ook geen optie meer. Ook lijken ze allemaal hun schoenen kwijt te zijn. Arme backpackers..

De regen komt weer eens met bakken uit de lucht vallen en ons humeur is weer gedropt tot ergens aan het vriespunt. Jopie oppert onderweg nog om een andere camping te zoeken met betere faciliteiten, maar we hebben al betaald voor die andere. Dus dat lijkt mij een beetje zonde. Terwijl we daarover aan het bakkeleien zijn ziet Jopie opeens een heel eind van de weg een verscholen campingzaakje die visspullen verkoopt (scherp)! Ze verkopen ook nog eens wat we nodig hebben. We rijden terug naar de camping. Jopie is nog steeds niet echt blij met de campingkeuze, maar ik denk dat hij het wel 1 nachtje uit kan houden daar. Aangekomen op de camping zetten we de visspullen klaar, schenken stiekem een drankje in en gaan aan het water zitten. Het is koud en nat en het vissen gaat voor geen meter. Ingepakt in een dekentje zit ik in mijn stoel te hopen dat we toch nog wat moois gaan vangen, dat zou het allemaal een beetje goedmaken. Na een dikke 2,5 uur ben ik er compleet klaar mee. Het is al lang donker en ik ben bang dat Jopie gelijk heeft. Het is hier gewoon k*t. Dan gaat Jopies hengel er vandoor. Er lijkt een flinke vis aan te zitten. Hij heeft hem redelijk snel aan de kant. Het is een prachtige vis en hij ziet er zeer eetbaar uit. We weten alleen niet helemaal wat het is. Terwijl Jopie nog bezig is met de vis pak ik het foldertje er bij wat we hebben gekregen in de viswinkel. Hierop staan de meest voorkomende vissoorten, het aantal wat je mee mag nemen en de minimale en maximale maten. We denken dat het een rode baars is, deze is verboden mee te nemen We laten hem dan ook gaan. Jopies humeur is gelukkig weer helemaal op peil en hij lijkt het niet meer erg te vinden dat ik per se hier wilde slapen. We eten even snel wat en wagen daarna nog een poging. We vangen verder niets meer en gaan maar slapen.

jopieinbyronbay.jpg

 De volgende ochtend checken we uit. Terwijl Jopie gezellig met onze buurman aan het kletsen is en allemaal leuke tips krijgt, ga ik de sleutels terugbrengen. Ik moet de sleutels inleveren bij 1 van de vaste gasten van de camping omdat de ‘caretakers’ er niet zijn. Ik kom aan bij een oud vrouwtje. Zij weet dat we aan het vissen waren en vraagt wat we gevangen hebben. Ik vertel van de vis en zeg dat wij niet zeker wisten wat het was. Zij was meteen razend enthousiast (nog nooit een oude dame zo enthousiast gezien over een vis). Ze zei ooooh darling! You’ve got a story to tell now! Ze vertelde dat het een mangrove jack was, een zeer geliefde en lekkere vis, die lastig te vangen is. Ze zei dat het echt een geluk was om deze hier te vangen en dat het een doodzonde was dat we hem hadden laten gaan. Blijkbaar zijn er allemaal vissers hier die met boten het riviertje op gaan om deze vis te vangen, vaak zonder succes. Potverdikkie, hadden we hem toch maar opgegeten! Vanaf nu is de mangrove jack jacht in ieder geval geopend. Wanneer Jopie eindelijk is uitgepraat met de buurman gaan we er vandoor. We stoppen onderweg nog even bij het toiletgebouw. Wanneer we daar wegrijden, zien we opeens een bak met wormen op de grond liggen. Oeps.. Die stonden blijkbaar nog boven op de camper. We hebben geluk dat ze er pas bij het toiletgebouw zijn afgevallen. Ik stop de wormen en wat aarde weer terug in het bakje en zet het bakje deze keer netjes in de camper.

Op advies van de buurman gaan we naar 'Bribie Island' een eiland wat verbonden is met het land door middel van een brug. Ook hier moet je goed rechtstreeks vanaf de camping kunnen vissen. We blijven 2 nachtjes en staan op twee verschillende campings. Het zonnetje schijnt weer en 1 van de middagen hebben we heerlijk op het strand kunnen zitten waar we meteen nieuwe vrienden maken, zie hieronder. De vangsten vallen een beetje tegen, alhoewel Jopie wel een nieuw record vangt. Zijn allerkleinste vis met zo'n grote haak ooit. 

pelikanenvriendje.jpg

20170820_1628071.jpg

Fraser Island is het eerstvolgende op het lijstje. Aangekomen aan de kust is het echter dusdanig slecht weer dan het niet echt leuk is om naar een eiland te gaan. Dat moeten we dan maar overslaan We staan een nachtje op een camping aan zee en rijden de volgende dag weer verder richting Cairns. Die middag komen we aan bij een camping waar een oud lief dametje achter de balie zit. Ze noemt mij in de tijd dat we aan het inchecken zijn minstens 15 keer sweetheart, love en darling. Aangezien Jopie en ik al een paar dagen vanwege het weer lichtelijk chagrijnig tegen elkaar zijn ben ik blij dat toch nog iemand me zo noemt ;). Wanneer we in ons campertje wat zitten te drinken zien we achter ons dat onze buurman een volksverhuizing aan het houden is. Hij lijkt zijn hele camper leeggegooid te hebben. Het is een flinke bende; de koffers liggen verspreid over het gras en hij heeft een partytent nog maar half opgezet wanneer hij er opeens vandoor gaat.

Nadat we wat gedronken hebben vind ik het weer eens tijd voor een blogje. Omdat ook deze camping aan het water ligt kan Jopie gaan vissen (we willen die mangrove jack wel proeven natuurlijk). Aangezien ik het wel wil weten als hij wat moois gevangen heeft moet hij mijn telefoon even over laten gaan als hij iets heeft (bellen is belachelijk duur, dus alleen over laten gaan was de afspraak). Ik zit net goed en wel te typen als m’n telefoon gaat. Ik zie dat het Jopie is, druk hem weg en ren al struikelend de camper uit. Gooi mijn slofjes uit en trek onderweg mijn schoenen aan. Wanneer ik op een drafje bij hem aan kom blijkt dat hij alleen wat aas nodig heeft.. Ik loop terug en haal het aas op. Wanneer ik een heel eind ben met mijn blogje ga ik bij hem zitten. We zijn inmiddels aangekomen in krokodillen gebied en moeten dus echt voorzichtig zijn met het vissen. Ook al is het al enige tijd geleden dat hier voor het laatst een krokodil gezien is, ik zit niet helemaal zo op mn gemakje als anders. Ik vang alleen een paar kleine visjes en 1 meervalletje. Jopie vangt ook wat klein spul en krijgt daarnaast een paar flinke aanbeten van grotere vis, maar vangt deze helaas niet.

De volgende ochtend zien we dat onze buurman nog steeds/alweer bezig is. Hij is nu een tent aan het opzetten. De buurman lijkt niet helemaal te weten wat hij met al zijn spullen aan moet. Na ons ontbijtje heeft hij alles weer in zn busje gepropt en gaat er vol gas vandoor. Wij zijn bang dat het reizigersbestaan niet besteed is aan hem en dat hij huilend naar huis is gegaan ;)